De tiendaagse veldtocht – Metalen Kruis

10 september 2021

Het Metalen Kruis

De Tiendaagse veldtocht van 2 tot 12 augustus 1831 was een veldtocht van koning Willem I der Nederlanden om de Belgische Opstand met wapengeweld te onderdrukken. Hoewel die opzet slaagde, verkreeg België zijn soevereiniteit door de dreiging van Franse militaire steun.

De Tiendaagse Veldtocht

Nadat de geallieerde mogendheden in 1815 Napoleon definitief hadden verslagen, werd op het Congres van Wenen besloten de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden samen te voegen. Deze samengestelde staat zou een eventuele toekomstige Franse expansie beter kunnen weerstaan. Het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden werd geregeerd door Koning Willem I.

Al snel ontstonden er onenigheden tussen het zuiden en het noorden. Politiek, economisch, cultureel en godsdienstig waren er grote verschillen. In augustus 1830 kwamen de Belgen in opstand, te beginnen in Brussel. Het garnizoen in deze stad kon de opstand niet de kop indrukken. Eind september werd er vanuit het Noorden een legermacht gestuurd om de orde te herstellen. Het Belgisch verzet bleek hardnekkiger dan gedacht en na een paar dagen moest het leger zich uit Brussel terugtrekken.

Er waren diverse gevechten. Waarin het voornamelijk de Nederlandse schutterijen waren, die het Belgische Maasleger aanzienlijke schade toebrachten. Die bepalend waren voor het verdere verloop van de veldtocht. De enige andere Belgische divisie, het Scheldeleger, stond er nadien alleen voor. Een versje uit die tijd dat de hevige gevechten goed illustreert was:

“De Friezen houden niet van politesse, zij slaan met kolven en steken met messen.”

Legerbewegingen 2-12 augustus 1831

Op 7 augustus leden de Nederlanders een nipte en onverwachte nederlaag in de Slag bij Kermt. De volgende dag trokken ze in het offensief en versloegen ze vlotjes het Maasleger onder Daine in de Slag om Hasselt. Daine, wiens loyaliteit achteraf in vraag zou worden gesteld, organiseerde een ordeloze aftocht naar Luik. Op 11 augustus werd ook de voorhoede van het Scheldeleger bij Boutersem verslagen. Toen de Belgen op 12 augustus ook de Slag bij Leuven dreigden te verliezen, leek het jonge koninkrijk verloren.

Zonder toestemming van de beide Kamers zou het Franse leger niet te hulp mogen komen; artikel 121 van de Grondwet liet de aanwezigheid van vreemde troepen slechts toe krachtens de wet. Toch besloot de regering al op 8 augustus de grens voor de Fransen open te stellen. Een dag later zette maarschalk Gérard zich met zijn ongeveer 70.000 soldaten sterk leger in beweging. De Fransen konden dit zonder problemen doen, omdat Pruisen zonder Russische dekking geen steun aan de Nederlanders wilde verlenen. De Russische tsaar kon immers geen hulp verlenen vanwege de Poolse opstand. De Franse koning Lodewijk Filips zou hoogstwaarschijnlijk teruggeschrokken zijn voor het vooruitzicht van een algemene, Europese oorlog.

De prins van Oranje wilde echter voorkomen dat er gevechten zouden plaatsvinden met de Fransen en na interventie van de Engelse minister werd op 12 augustus al een wapenstilstand gesloten. De laatste Nederlandse regeringstroepen trokken zich op 20 augustus terug uit België maar behielden een voet in Antwerpen, Luxemburg en Maastricht.

de tiendaagse veldocht

De Overwinning voor Leuven, op den 12den Augustus 1831

De gevolgen

Voor een groot deel van de Noord-Nederlandse politieke opinie was dit een bevredigende oplossing. Koning Willem I moest echter constateren dat zijn droom van een “perfect amalgaam” tussen Noord- en Zuid-Nederland de bodem was ingeslagen. Vanwege het Nederlandse militaire machtsvertoon en de gebleken zwakte van de Belgische staat, besloten de grote mogendheden het Verdrag der XVIII Artikelen ten gunste van Nederland te wijzigen met het Verdrag van Londen (1839). Zo kreeg België 16/31 deel van de staatsschuld en vervielen de Belgische claims op Zeeuws-Vlaanderen en delen van Limburg.

Een Pruisisch en een Nederlands garnizoen bleven de vestingen van respectievelijk Luxemburg en Maastricht bezetten, terwijl een Nederlands garnizoen tot 1832 de citadel van Antwerpen in handen zou houden. Dat laatste garnizoen, geleid door generaal Chassé, zou uiteindelijk door een tweede tussenkomst van Franse troepen onder bevel van maarschalk Gérard tot capitulatie worden gedwongen.

Herinneringsmedaille

Voor alle Nederlandse mannen die aan de Tiendaagse Veldtocht hadden meegedaan werd een herinneringsmedaille, het Metalen Kruis 1830-1831, geslagen.

Het Metalen Kruis 1830-1831 is een Nederlandse onderscheiding en ereteken dat in 1831 werd toegekend aan zij die aan de Tiendaagse Veldtocht hadden deelgenomen. Het werd ingesteld door Koning Willem I bij Koninklijk Besluit no. 70 van 12 september 1831 en uitgereikt aan allen die in het leger of de Koninklijke Marine aan de krijgsverrichtingen in de jaren 1830 en 1831 hebben deelgenomen. De kruizen waren gemaakt van het brons van vijf kanonnetjes die buit waren gemaakt tijdens de slag om Hasselt.

De voorzijde vertoont de gekroonde “W” in een krans bestaande uit een tak van eikenbladeren (links) en een tak van laurierbladen (rechts). De keerzijde heeft dezelfde krans, waarbinnen de jaartallen “1830-1831” gegraveerd zijn. Op de armen van het kruis is de tekst “TROUW AAN / KONING / EN / VADERLAND” te lezen. Het lint is verdeeld in zes gelijke banen nassaublauw en oranje, beginnend aan de linkerzijde met een blauwe baan.

Zelf ook in het bezit van onderscheidingen?

Bent u op zoek naar een bedrijf die uw onderscheidingen professioneel op kan maken? Wij helpen u daar graag mee!

Contact opnemen