Postume Erkenning voor KNIL Majoor der Infanterie V.E.Th. STEIGINGA
Historie Koninklijk Nederlands-Indië
Het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (K.N.I.L.) was het Nederlandse koloniale leger. Het heeft officieel bestaan van 1814 t/m 1950. In tegenstelling tot het leger in Nederland (de Koninklijke Landmacht) bestond het KNIL uitsluitend uit beroepsmilitairen en Nederlandse militairen die er gedetacheerd waren. In januari 1942 valt het Japanse leger het eiland Tarakan voor de kust van Borneo, het huidige Kalimantan, binnen. De eerste gevechten op zee vinden al snel hierna plaats. Het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) capituleert op 9 maart 1942.
Postuum onderscheiden
Op 1 juli jl. heeft een postume medaille uitreiking plaatsgevonden. Aan de nabestaanden van Victor Emmanuel Theodorus STEIGINGA is tijdens de uitreiking zijn verhaal verteld en een set, door Bovomed onderscheidingen militair opgemaakte onderscheidingen, overhandigd. De set bestaande uit het Ereteken voor Orde en Vrede (EOV), Mobilisatie-Oorlogskruis (MOK) en het Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier (ODK) werd aan de zoon Ruud overhandigd door Majoor Van Rooijen. De Majoor werd vergezeld door een kapitein en korporaal als afvaardiging van 12e Infanteriebataljon Luchtmobiel (AASLT), Regiment van Heutsz. Het EOV was toegekend voor de periode 1945-1950 in Nederlands-Indië, het MOK is toegekend voor de Oorlogsperiode 1939-1945 en het ODK was toegekend voor zijn langdurige dienst als Officier.
Onderzoek
Binnen de familie van Majoor Steiginga was zijn kleindochter Kelly begonnen met een onderzoek naar haar grootvader. Zij kwam in contact met Marco Huysdens die zich inzet voor KNIL veteranen en nabestaanden. Samen hebben zij zich verder verdiept in de militaire geschiedenis van haar opa. Kelly gaf aan zeer trots te zijn op haar opa die 31 militaire dienstjaren heeft behaald.
V.E.Th. Steiginga
Rang Kapitein der Infanterie, eenheid Cdt NKPM te Soengei-Gerong Palembang. Op 14 augustus 1924 is Steiginga opgekomen als aspirant Officier Fuselier. Van 31-08-1931 t/m 14-08-1935 heeft hij de Koninklijke Militaire Academie gevolgd in Breda waarna hij bevorderd werd tot 2e Luitenant der Infanterie.
In 1935 werd hij voor zijn 1e functie geplaatst bij het Leger Hoofdkwartier 21e Bataljon te SOLO. Twee jaar later werd hij als sectie-commandant geplaatst bij het 1e Garizoensbataljon van Sumatra-Westkust en Tapanoeli te Padang. In November 1939 werd Steiginga bevorderd tot 1e Luitenant en werd geplaatst als Commandant van het detachement Olieraffinaderij te SOENGEI GERONG van de compagnie PLADJOE te Palembang. Op 07 December 1941 vielen de Japanners Pearl Harbor aan en een dag later verklaarden Nederland en de geallieerden de oorlog aan Japan en startte de algehele mobilisatie. Op 4 februari 1942 werd de Olieraffinaderij NKPM Soengei Gerong door Japanse Parachutisten aangevallen en de verdediging werd met goed gevolg geleid door Steiginga. Dit tot volle tevredenheid van de Commandant van het Leger Generaal Ter Poorten, Generaal Bakker en de Amerikaanse Kolonel mr. Elliot. Hierover werd door de pers en radio lof uitgesproken.
Het persbericht
“Na middernacht van 4 op 5 februari 1942 gaf de Territoriaal Commandant Zuid Sumatra bevel tot vernieling en ontruiming van het complex. De eigen troepen, die tijdens het gevecht slechts een dode en enkele gewonden hadden verloren, verlieten Pladjoe op 5 februari; tegen 00.00 uur hadden de parachutisten het gehele complex in handen. Het gevecht om de raffinaderij Soengaigerong Het NKPM-emplacement werd verdedigd door een sectie van 54 man infanterie, een sectie stadswacht, een militiesectie, een sectie (groep) mitrailleurs en een sectie (groep) mortieren van 8 cm. Commandant van het detachement was elnt V. E. T. Steiginga. Langs de rivier lag de opstelling van twee stukken 7,5 cm lang 35; evenals te Pladjoe kon uitsluitend vuur op de rivier worden uitgebracht. Ook hier heeft de artillerie geen schot kunnen lossen.
Aan Engelse luchtdoelartillerie waren twee vuurmonden van 40 mm aanwezig. De Japanse parachutisten landden ten oosten van de Komeringrivier, ten zuiden van de raffinaderij. In tegenstelling tot wat elders gebeurde, kon Steiginga de vijand buiten het complex houden. Tijdens de aanval opende hij met alle middelen het vuur op de neerdalende of reeds gelande vijand. Een poging in het zuiden van de raffinaderij binnen te dringen kon door een mobiele reserve worden afgewezen.
Bij deze actie vielen twee lichtgewonden. Daarna hield de vijand zich schuil in de moerassen ten zuiden van het complex, en het verdere gevecht beperkte zich tot een schotenwisseling over en weer. Omstreeks X-uur op 4 februari kreeg de detachementscommandant opdracht over te gaan tot het vernielen van de installaties. Hij berichtte de territoriaal commandant dat hij de situatie volkomen in de hand had. Aangezien echter volgens deze laatste een sterke troepenmacht aan de monding van de Moesi was gesignaleerd, bleef de vernielingsopdracht gehandhaafd”
KNIL
Wilt u ook een onderzoek starten? Of heeft u thuis nog medailles liggen van uw vader of grootvader, en u wilt deze laten opmaken? Wij helpen u graag vrijblijvend verder.
Contact opnemen